SV | Toen ontstak de toorn des HEEREN over Uza, en Hij sloeg hem, omdat hij zijn hand had uitgestrekt aan de ark; en hij stierf aldaar voor het aangezicht Gods. |
WLC | וַיִּֽחַר־אַ֤ף יְהוָה֙ בְּעֻזָּ֔א וַיַּכֵּ֕הוּ עַ֛ל אֲשֶׁר־שָׁלַ֥ח יָדֹ֖ו עַל־הָאָרֹ֑ון וַיָּ֥מָת שָׁ֖ם לִפְנֵ֥י אֱלֹהִֽים׃ |
Trans. | wayyiḥar-’af JHWH bə‘uzzā’ wayyakēhû ‘al ’ăšer-šālaḥ yāḏwō ‘al-hā’ārwōn wayyāmāṯ šām lifənê ’ĕlōhîm: |
Toen ontstak de toorn des HEEREN over Uza, en Hij sloeg hem, omdat hij zijn hand had uitgestrekt aan de ark; en hij stierf aldaar voor het aangezicht Gods.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Toen ontstak de toorn des HEEREN over Uza, en Hij sloeg hem, omdat hij zijn hand had uitgestrekt aan de ark; en hij stierf aldaar voor het aangezicht Gods.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!